Hoe ga je om met een driftige peuter?

‘Ik ben twee, dus ik zeg nee!’ Je kent ‘m wel. Erg leuk zo’n peuter! Maar hij kan ook behoorlijk lastig zijn. Hij wil alles ‘zelluf’ doen. En om het minste of geringste krijgt hij een driftbui. Natuurlijk het liefst in de supermarkt of midden op straat. En die andere mensen maar verwijtend kijken. Herkenbaar?

Het gedrag van een peuter kan behoorlijk vermoeiend zijn en je tot wanhoop drijven. Opeens krijgt hij een eigen willetje. Hij gaat de grenzen opzoeken van wat kan en mag. Je peuter probeert zelfstandig te worden, net zoals pubers in de puberteit. Daarom noemen ze deze fase ook wel de peuterpuberteit. Maar ook de ‘Ik ben twee, dus ik zeg nee-fase’ of ‘terrible two’.

Vanaf achttien maanden

Meestal begint deze fase rond de achttien maanden en duurt tot de kleutertijd. In de meeste gevallen keert de rust daarna terug. Bij mijn oudste dochter was dat gelukkig het geval. Met mijn middelste zoon hadden we helaas nog een paar rondes te gaan. Rond zijn zesde verjaardag was hij redelijk in staat zijn boosheid op een ‘beschaafde’ manier te tonen. Gelukkig kan ik alweer met een glimlach terugdenken aan deze soms heftige periode.

Frustratie

Waar komen die woedeaanvallen nou vandaan? Eigenlijk is het heel logisch allemaal. Je peuter is in staat om steeds meer dingen zelf te doen. Hij kan zelf lades en kasten openmaken en er spulletjes en snoep uithalen. Zelf uit bed klimmen en met een beetje handigheid de voordeur uitlopen. Maar ja, dan blijk jij er als moeder regels op na te houden. En dat is niet leuk! Want hij mag niet alles zelf doen. En ook niet zelf beslissen of hij wel of niet mee boodschappen gaat doen. Kortom: je peuter raakt gefrustreerd maar kan dat nog niet onder woorden brengen. Oplossing? Hij gooit zichzelf op de grond en gaat gillen, schoppen, slaan en huilen.

Niet de enige

Tijdens deze driftbuien is je kind eigenlijk niet goed bereikbaar en ook niet makkelijk te troosten. Het kind wordt als het ware overspoeld door boosheid. Logisch dat je dan niet altijd rustig kunt blijven en regelmatig met je handen in het haar zit. Eén troost: je bent niet de enige. Heel wat moeders vragen zich dagelijks af hoe ze het beste met de nukken van hun peuter kunnen omgaan.

Daarom een paar adviezen uit de praktijk.

  1. Probeer rustig te blijven, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Als je boos reageert en terug gaat schreeuwen, wordt zijn driftbui alleen maar erger. Loop even weg of zet je kind even apart op een veilige plek. Zo voorkom je dat je als moeder onredelijk boos wordt.
  2. Negeer je kind even. Met een beetje geluk draait hij vanzelf weer bij. Hem afleiden met iets leuks wil ook nog wel eens werken.
  3. Maakt je kind tijdens een driftbui dingen stuk?  Zeg dan duidelijk dat dit niet mag en zet je peuter even apart. Een paar minuten op de gang bijvoorbeeld. Dan kan hij uitrazen en kalmeren.
  4. Zorg voor duidelijke regels en wees consequent. Dan weet je puberende peuter waar hij aan toe is. Geef hem voor deze ene keer toch niet dat koekje. Een volgende keer probeert hij gegarandeerd weer zijn zin te krijgen.
  5. Een vaste routine werkt prettig voor peuters. Op vaste tijden eten en spelen en een vast bedtijdritueel. Zo maak je zijn wereld overzichtelijk.
  6. Stimuleer je kind om zoveel mogelijk zelf te doen: aan- en uitkleden, eten en tanden poetsen. Laat heel duidelijk weten wanneer hij iets goed doet: “Wat knap dat je dat al kunt!”
  7. Na een uitbarsting van razernij voelt je peuter zich verward. Geef hem dan een dikke knuffel en laat hem merken dat je nog steeds heel veel van hem houdt.
  8. Driftbui in de supermarkt of op bezoek bij een kennis? Behandel je peuter net als thuis. Laat jezelf niet in verlegenheid brengen. Zoek ook daar een rustig plekje waar je kind kan uitrazen. Blijf erbij wachten totdat de bui over is en geef aan dat je blij bent dat je peuter weer rustig is. Lukt het niet? Ga dan toch naar huis en probeer het opnieuw met bovenstaande adviezen.
Visited 9 times, 1 visit(s) today