Samen spelen, samen delen

Als moeder herken je het wel. Je peuter is aan het spelen met het kind van een vriendin. Jullie zitten gezellig te kletsen en de kinderen zijn zoet aan het spelen. Dan opeens is er geschreeuw en gekrijs. De kinderen hebben ruzie, ze willen allebei met hetzelfde speelgoed spelen. Ze zijn voor geen reden vatbaar en blijven huilen en krijsen. Een peuter uitleggen dat iedereen met zijn speelgoed mag spelen en dat hij/zij soms even moet wachten om met iets te spelen, is moeilijk.

Hoe ontwikkelt een kind zich op dit gebied?

Tijdens de ontwikkeling van een kind zijn er verschillende fases wat betreft het spelen en delen. Kinderen rond de leeftijd van 2 jaar, spelen nog niet echt met anderen. Ze zitten in hun eigen wereldje. Soms betrekken ze wel anderen in hun spel, denk maar aan het proeven van de zandtaartjes, maar over het algemeen spelen ze alleen. Ze delen hun speelgoed nog niet met anderen. Ze spelen voornamelijk ‘naast elkaar’ in plaats van ‘met elkaar’ en ze leren ook wel van elkaar, ze kijken wat de ander doet en doen dat soms na. Dit is zeer leerzaam. Verder begrijpen peuters nog niet dat andere kinderen ook iets willen. Als de kinderen een jaartje ouder zijn, dan zie je een verandering optreden. Ze spelen nog niet echt samen, maar soms wel met hetzelfde soort speelgoed. Bijvoorbeeld het bouwen van een toren met duplo. Dit kan wel problemen veroorzaken, omdat ze, bijvoorbeeld, allebei dezelfde kleur blokjes willen gebruiken. Een peuter wil dan geen rekening houden met het andere kind. Maar ja, deze zit in dezelfde fase en wil dit dus ook niet. Gevolg: ruzie!

Wanneer gaan kinderen samen spelen en delen?

Zodra kinderen de leeftijd hebben bereikt van vier jaar en dus naar de basisschool gaan, zoeken ze een vriendje of vriendinnetje om mee te spelen. Ze zitten nu in een fase, waarin ze anderen nodig hebben voor hun fantasiespelletjes of een spelletje ganzenborden. Alleen is dat niet leuk. Ze beginnen er ook achter te komen, dat andere kinderen dingen willen en gevoelens hebben, waar ze rekening mee moeten houden. Sommigen kleuters zijn nog niet zover en blijven het moeilijk vinden om te delen. Naarmate je kind ouder wordt, gaat het spelen en delen met anderen steeds makkelijker. Ze houden rekening met elkaar en denken samen na wat ze gaan doen.

Wat kan je als ouder doen?

Als ouder kun je je kind begeleiden en uitleggen waarom een ander kind ook met zijn speelgoed mag spelen, maar het blijft vooralsnog een ontwikkeling, die het kind doormaakt. Je kunt je kind wel sturen natuurlijk. Op jonge leeftijd kun je al een soort spelletjes doen met je kind. Je vraagt iets aan je kind om aan jou te geven en vervolgens geef je dit weer terug. Zo leert een kind, dat hij iets kan geven en het daarna ook weer terug kan krijgen. Dwing je kind niet als het niet wil, dat werkt alleen maar averechts. Probeer hem uit te leggen, dat delen betekent dat hij ook met een ander kind kan spelen. Wanneer er een conflict ontstaat tussen de kinderen, wacht dan even af of ze het zelf oplossen. Vaak is dit het geval. Kinderen leren hier ook weer van. Leer je kind al op jonge leeftijd dat sommigen dingen van iemand zijn, bijvoorbeeld jouw mascara, en dat hij/zij daar niet aan mag komen. Dit geldt ook voor speelgoed van een ander kind, hij/zij kan vragen of ermee gespeeld mag worden en zal dan ook een ‘nee’ moeten accepteren of misschien even moeten wachten.

In welke omgeving leert een kind dit?

Om te leren delen en spelen met een ander kind zal er een omgeving geschapen moeten worden om dit te ontwikkelen. Je kind zal in contact moeten komen met kinderen van dezelfde leeftijd. Dit kan op de crèche of peuterspeelzaal, hier leren ze te wachten op elkaar en ook te delen. Als je kind niet naar een crèche of peuterspeelzaal gaat, kun je ook een situatie creëren samen met het kind van je vriendin of buurvrouw.

Al met al een leuke ontwikkeling om te volgen!!!

Visited 15 times, 1 visit(s) today