Sorry, wij zitten op tennisles

Ik heb geen indrukwekkende staat van dienst. Het aantal jaren dat ik ooit samenwoonde, staat op anderhalf. Hier hoort een korte toelichting bij. Mijn leven duurt inmiddels 50 jaar. Ik heb drie kinderen tussen 18 en 11 jaar oud. ‘Anderhalf jaar’ is de totaaltijd in mijn bestaan, dat ik ooit een huis deelde met een partner slash echtgenoot.

Daar is natuurlijk een reden voor. Voor die minimale score. Van alle dingen die je kunt onderhouden, vind ik een relatie verreweg de moeilijkste. Op planten na, bedenk ik nu. Die redden het ook nooit langer dan een jaar.

Is dit bindings- of verlatingsangst? Het gevolg van mijn voorliefde voor complexe mannen met problemen? Of de roze bril waardoor ik avonturiers ook als serieuze optie zie? Denk hierbij aan het type Reinhold Messner: de eerste man die solo de Mount Everest beklom.

Ik weet het niet. Ik heb er vaak naar gekeken. Mét en zonder psycholoog. Workshops en cursussen. Dagenlang lezend in zelfhulpboeken. De toon daarvan is meestal dat verandering begint bij jezelf. Dat klopt. De toelichting erbij klopt niet. Als ik verander, verandert de situatie niet automatisch mee.

Zo was ik twee jaar met een alcoholist met gewelddadige trekjes. Een jaar met de-bijna-gescheiden-man-die-niet-kon-kiezen. Vier jaar met een narcist met drie heerlijke dochters.

Ik veranderde me een ongeluk. Mee-veranderen deed de relatie niet. Leren deed ik wel. Mijn les: oude honden leer je geen trucjes. Mijn leercurve: vrij vlak. Bij elkaar opgeteld kostte deze module me namelijk zeven jaar. Die tijd was aanzienlijk korter geweest als in één van de zelfhulpboeken had gestaan dat uitstappen bij het eerste tussenstation ook een optie is.

Terug naar relatie-onderhoud en het hier en nu.

Een jaar of zes geleden ontmoette ik een man. Lief, zorgzaam en knap. Hij werkt wel en hij drinkt niet. Ik houd van hem, hij van mij. Hij heeft benen als boomstammen en billen van staal. En vandaag maakte hij zomaar een heerlijke groenteschotel van oudhollandse koolrabi’s. Voer voor de kinderen in de categorie: ‘Mam, dit heten niet voor niets vergeten groenten’.

Een man om te (onder)houden dus. Zeg nou zelf. De vraag is: hoe dan? Zijn hoogwaardige oppervlak schoonhouden doet hij zelf. Shampoo- en zeepresten spoelen er automatisch af. Boeken, workshops en cursussen zijn aan hem niet besteed. Sport trouwens wel.

Zo kwam het dat ik tango-dansen opperde als instapcursus in deze relatie. De man boekte tennisles. Dat bleek een verrassend goede keus. Tennis is namelijk een relatievriendelijke sport. Wie een bal verkeerd slaat zegt ‘sorry’. Als de ander een goede actie maakt, zeg je ‘mooie bal’. Of ‘goed gedaan’, als je graag varieert.

Eén tennisles per week komt neer op ongeveer 20 keer ‘sorry, mijn fout’ en zes keer ‘goed gedaan, schat’. Meer dan voldoende ‘credits’ om de week goed door te komen. En niet af te glijden naar het nulpunt door irritaties.

De kosten: tennisrackets, gympies, contributie en een tennisleraar. Een minimale investering, als je kijkt naar al het geld dat ik ooit uitgaf aan relatietrainingen en -workshops.

Misschien dat ik maar eens moet gaan samenwonen met deze man. Ooit.

Visited 17 times, 1 visit(s) today

Een kindje met down syndroom

Leven met een kindje met Down syndroom Leven met een kindje met Down Syndroom brengt zoals bij alle kinderen zorgen met zich mee. Bij een ...