Daar is hij dan. Jullie kindje. Nou eigenlijk…. Jullie Regenboogkindje. Het kindje wat je kreeg nadat je een miskraam hebt gehad of een kindje verloren bent tijdens de zwangerschap (of vlak daarna). Eindelijk is hij daar. Waar je zo naar uitkeek. Hij ligt nu in je armen. Het grote genieten is eindelijk daar!
Toch?
Het hele proces van kinderen krijgen is bij jullie compleet anders verlopen dan je van te voren hoopte. Je weet het moment nog als de dag van gister; het moment waarop jullie samen hardop tegen elkaar zeiden “ook wij hopen een kindje te krijgen”. En daar was ook die positieve zwangerschapstest. Jullie geluk kon niet op.
Totdat het mis ging. Jullie verloren dit kindje. Je wist niet waar je het zoeken moest. De verloskundige belde je nog een paar weken later hoe het met je ging, en dat was het dan.
Er waren wel mensen in je omgeving die jullie situatie kenden maar zij wisten niet wat ze voor jullie konden betekenen. Een veel voorkomend (en ongevraagd) advies wat je kreeg was “wordt maar snel weer zwanger”. En dat is dan ook wat jullie deden. Snel opnieuw zwanger worden.
De tweede positieve zwangerschapstest
En daar is die tweede positieve test. Je merkt dat je niet zo blij bent als bij de eerste zwangerschap. Je houdt jezelf voor dat dat helemaal niet erg is. Je moet gewoon even die eerste echo hebben gehad en dan komt het wel goed. Als blijkt dat de termijn echo precies is zoals hij moet zijn, met kloppend hartje en een uitgerekende datum waar jij ook al aan had gedacht, merk je absoluut een opluchting.
Maar blij?… nee.
Spanning ervaar je wel. Als het maar goed blijft gaan. En ook je omgeving zegt, straks als je kindje er eenmaal is, zal je kunnen genieten. Want er is niks mooiers dan een kindje op je buik. En zo kom jij de weken door. Op de bevalling bereid je je goed voor. Je kijkt er niet echt naar uit, maar ziet er ook niet tegenop. Want daarna zul je immers kunnen gaan genieten. Dan heb je deze zwangerschap kunnen voldragen dus zal de angst wel wegvallen.
Jullie kindje wordt geboren! Wat ben je opgelucht. En wat ruikt hij lekker. Je omgeving is blij. Aan alle kanten hoor je dat jij ook lekker moet gaan genieten. Dat het de mooiste tijd uit je leven is. Hoe bijzonder het wel niet is. Maar jij, jij voelt. Ja, hoe voel je je eigenlijk. Je weet het niet. Blij ben je wel dat alles goed is gegaan. Maar er zit iets in je onderbuik. Het lijkt haast een steen, zo zwaar. Het zit ook in je keel. Alsof je bijna geen lucht krijgt. Je ziet je kindje wel en tegelijk lijkt het alsof je het niet kunt voelen. En hoe meer mensen tegen je zeggen dat je ervan moet genieten des te groter jouw gevoel wordt. Je wordt zelfs boos. En die keer dat je over je miskraam begint, dat je het gevoel hebt dat je daar nog verdrietig over bent wordt afgedaan als “waar heb je het over, wees blij dat je nu moeder bent”. Daar moet je het dan mee doen.
Het gemist van je kindje
Juist nu je kindje geboren is merk je hoezeer je je andere kindje mist. Hoe graag je ook dit kindje had willen knuffelen. In bed had willen stoppen. Zien opgroeien en ontwikkelen. Maar je omgeving lijkt dit niet te willen horen. Je voelt je alleen. En je schaamt je omdat je niet blij bent.
Maar weet dat het twee losse dingen zijn. In je hart ben je dankbaar dat je tenminste een kindje vast kunt houden, kunt knuffelen en mee kunt spelen. En juist daardoor kan het verlangen naar de ander ook sterker worden.
Belangrijk is dat je weet dat dit een hele normale reactie is. Uit pure liefde, voor beide kindjes. Geef gehoor aan je verdriet. Het kan helpen om een soort dagboekje aan je niet levende kindje te schrijven over wat zijn/haar broertje allemaal meemaakt. Zo merk je dat ook dit kindje een onderdeel van je gezin is en blijft.
Misschien merk je dat je bang bent om ook je regenboogkindje te verliezen. Ook dit is een hele normale reactie op een niet normale situatie. Belangrijk is dan dat je zorgvuldig aandacht besteedt aan het hechtingsproces met je kindje. Het kan zijn dat je daar wat hulp van een gespecialiseerde coach voor nodig hebt. De eerste stap die je gelijk al kunt doen is vertel je regenboog kindje dat hij/zij een broer of zus heeft. Laat je tranen stromen. Je zult zien dat kinderen zelf aangeven wanneer het gesprek voor hen genoeg was. En bij hele kleine kindjes zul je merken dat ze je met hele grote en liefdevolle ogen aan zullen kijken!
Wie is Suzan Brussee?
Moeder van 4, maar kan er ’s avonds maar 2 in bed stoppen. Vanuit Praktijk Nine2Five coacht ze vrouwen die een miskraam hebben gehad of die een onvervulde kinderwens hebben. Verder is ze spreker over verlies en verdriet
Uitgelichte foto Door Monkey Business Images / Shutterstock