Mijn kindje is nu bijna twee en een half en begint echt al gesprekjes te voeren. hij spreekt in zinnen van soms wel 5 woorden. Hij begint al werkwoorden te vervoegen, hij zegt niet meer “ik vallen” maar “ik ben gevallen”. Hij probeert verhaaltjes te vertellen, deze zijn nog wel lastig te volgen omdat ze nogal onsamenhangend zijn. Maar als ik hem vragen stel als “wat heeft het poesje gedaan?” en “wat gebeurde er toen?” kan ik hem helpen zijn boodschap over te brengen. Hij begrijpt veel woorden en is al een eind op weg om eigenschappen te verwoorden zoals groot-klein, schoon-vies en nat-droog. Het verschil tussen onder (de kast) en in (de kast) heeft hij ook al door.
Een goede woordenschat is een onmisbaar gereedschap voor een kindje. Ik ben daar dan ook bewust veel mee bezig. Want zelfs voor een klein kindje is het heel belangrijk om een grote woordenschat te ontwikkelen. Lukt het een kindje door een gebrekkige woordenschat niet om zijn boodschap over te brengen dan raakt hij gefrustreerd en ontmoedigd. Ook later als je kindje naar school gaat is het belangrijk dat je kindje een goede basiswoordenschat heeft.
Een paar tips om de woordenschat van je kindje te vergroten
De eenvoudigste manier om de woordenschat van je kindje te vergroten is voorlezen. Iedere avond voor het slapen gaan een boekje is echt heel nuttig. Maar dat is niet het enige dat je kunt doen. Ik loop de hele dag te kletsen in huis. Alles wat ik doe, wat ik vast pak of wat er gebeurt vertel ik. Benoemen en vertellen dus; “Ik ga nu het vlees uit de koelkast pakken. Hey, ik had het vlees toch hier neer gelegd? Waar is het nou gebleven?”. Als ik een voorwerp zie waarvan ik denk dat hij nog niet weet wat het is, dan wijs ik het aan en vertel ik hem wat het is en wat je ermee kunt doen. Loop ik bijvoorbeeld langs een bouwplaats dan laat ik hem de hijskraan zien en vertel ik dat de hijskraan nu een hele zware balk aan het optillen is om hem boven op het dak van het gebouw te leggen.
Ik loop ook altijd foto’s te maken van nieuwe dingen die we onderweg tegen komen. Als ik weer een paar foto’s verzamelt heb dan druk ik ze af en plaats ik ze in een album. Via Albelli kun je nu heel makkelijk via je telefoon direct foto’s afdrukken in een handig album. Zo maak je je eigen prentenboek van voorwerpen die helemaal passen in de belevingswereld van je kindje. Als ik een foto maakt van bijvoorbeeld de markt dan kan ik over één foto al een heleboel dingen vertellen en dingen aanwijzen.
Als je kindje zelf dingen benoemt dan is het belangrijk dat je hem niet iedere keer verbeterd. Dat werkt zeer frustrerend en je kindje kan het later eng gaan vinden om iets te benoemen omdat hij bang is het fout te doen. Je kunt hem beter op zo’n manier verbeteren dat hij niet door heeft dat hij het fout doet. Zegt hij bijvoorbeeld “paatje doet jennen”, verbeter hem dan door te zeggen: “Ja, dat klopt het paardje is aan het rennen”.
Zorg dat je niet te overduidelijk aan het “onderwijzen” bent. Het moet leuk en luchtig blijven en er moet absoluut geen druk op komen te liggen.
