Hoe geef je kritiek

Irritant! Je collega stinkt vreselijk naar zweet. Je vriendin schept altijd op over haar kinderen. Je partner peutert continue in zijn neus. Tijd voor een goed gesprek. Maar, hoe doe je dat eigenlijk: kritiek geven?

Kritiek krijgen is naar. Kritiek geven is misschien nog wel erger. Je wilt de ander niet kwetsen. Je bent bang voor zijn reactie. Je weet niet hoe je het moet doen. Toch is het zinvol om het wél te doen: kritiek of feedback geven. Dat kan in vier stappen.

1. Formuleer je kritiek zorgvuldig.

2. Check bij de ander of hij snapt wat je bedoelt.

3. Vertel hoe je je voelt.

4. Zoek samen naar een oplossing of een afspraak.

Formuleer je kritiek zorgvuldig

Kritiek of feedback formuleer je uiterst zorgvuldig. Dat betekent niet, dat je er omheen moet draaien. Dat betekent dat je de juiste woorden kiest. Woorden zoals ‘altijd’, ‘nooit’ en ‘wij’ zijn uit den boze. Ze generaliseren. Tientallen voorbeelden uit het verleden zijn overbodig. Haal er niet van alles bij. Eén gebeurtenis bespreken is al lastig genoeg. Geef gewoon aan dat je een moeilijk of delicaat onderwerp (in het hier en nu) wilt bespreken en steek van wal in neutrale woorden.

Niet: ‘Sorry, maar wij hebben er met zijn allen heel erg veel last van dat jij zo naar zweet stinkt.’

Wel: ‘Toen ik netnaast je stond bij de koffieautomaat, viel het me op dat je naar zweet ruikt.’

Niet: ‘Jij schept altijd zo op over je kinderen.’

Wel: ‘Ik hoorde net in ons gesprek dat je trots bent op je kinderen.’

Check bij de ander of hij snapt wat je bedoelt

Luister en kijk goed of de ander begrijpt wat je bedoelt. Heel goed mogelijk dat de ander in de weerstand schiet of in de verdediging. Daar hoef je niets mee te doen. Je hoeft niet te bewijzen dat jouw kritiek of feedback ‘waar’ is, of dat jij gelijk hebt. Je luistert actief. Je knikt. Je valt iemand niet in de rede. Je komt niet gelijk met oplossingen. Daarna kun je eventueel doorvragen.

Mogelijke vragen:

  • Herken je wat ik zeg?
  • Snap je wat ik bedoel?
  • Kun je je dat voorstellen?

 

Vertel hoe je je voelt

Maak duidelijk hoe je je voelt door het gedrag van de ander.

Niet: ‘Ik word bijna misselijk van de stank.’

Wel: ‘Ik durf dan eigenlijk niet naast je te staan, als we bijvoorbeeld samen in de lift stappen. Ik schaam meIk ben bang dat mensen denken dat ik zo ruik.

Niet: ‘Ik vind het echt ongepast dat jij zo opschept over je kinderen.’

Wel: ‘Weet je, ik voel me zo’n doorsnee-moeder als jij zo trots spreekt over je kinderen. Ik durf dan eigenlijk niets meer over mijn kinderen te vertellen. Ik denk dan dat die niet zo bijzonder zijn.’

Zoek samen naar een oplossing of afspraak

Als de ander begrijpt wat je bedoelt en open staat voor je feedback, is het mogelijk om samen oplossingen te zoeken. Hierbij vraag je eerst de ander om een suggestie. Daarna kun je zelf met een voorstel komen.

Mogelijke vragen:

  • Heb je een suggestie (om het op te lossen)?
  • Heb je een idee hoe je dit aan kunt pakken?

Voorbeelden van voorstellen:

  • Is het een idee als ik je een seintje geef als je naar zweet ruikt?
  • Is het een idee om deodorant te gebruiken?
  • Zou je me willen aanmoedigen om meer over mijn kinderen te vertellen?

Tips

  • Kritiek geef je onder vier ogen. Klinkt logisch, maar hoe vaak doe je het niet. Veel vaker verval je in geroddel. Je zoekt medestanders, of laat je baas ‘dit varkentje even wassen’. Regelmatig flap je je kritiek er ‘per ongeluk’ uit tijdens een ruzie, irritatie, of boze bui. Of, je doet er niets mee (‘Ach, je weet toch hoe ze is’). Wel zo makkelijk. Het werkt niet. Het verslechtert de situatie. Ook al horen ze je niet: mensen hebben een hele fijne neus voor roddel, achterklap en alles wat zich ‘onder de radar’ afspeelt.
  • Weet wat je wilt zeggen. Voordat je het gesprek aangaat, moet je scherp hebben wat je precies wilt zeggen. Waarop heb je eigenlijk kritiek? Heb je voorbeelden daarvan (Nee, ik heb het niet over mensen die het ‘ook’ vinden)? Wat doet het gedrag van je baas, collega, partner of vriendin met jou? Als je dat weet, kun je het gesprek rustig aangaan.
  • Val niet met de deur in huis.Check of een gesprek uitkomt; of iemand open staat voor je kritiek of feedback.
  • Stel je kwetsbaar op. Vaak herken je de situatie of het gedrag uit je eigen leven of verleden. Niets menselijks is je immers vreemd. Mocht de mogelijkheid zich voordoen, vertel dan ook rustig over je eigen vergelijkbare ‘zwakke’ plek.
  • Zelfreflectie helpt. Maar ehh, hoe komt het eigenlijk dat het gedrag van de ander jou zo stoort? Gaat het om iets wat je zelf ook doet of gedaan hebt, maar wat je eigenlijk veroordeelt in jezelf? Lijkt het gedrag of de situatie op iets uit je verleden, misschien wel uit je kindertijd? Goed naar jezelf kijken laat je zien of de kritiek terecht is die je wilt uiten. Bij jezelf te rade gaan laat je misschien wel zien dat je nog een appeltje met jezelf te schillen hebt.
  • Kritiek achterhouden ondermijnt de samenwerking en relatie.Kritiek is ‘mentaal zwerfvuil’. Je moet het opruimen. Als je iets niet vertelt geef je de ander geen kans om het anders te doen; om te groeien. Als je je inhoudt geef je jezelf geen kans om je te uiten. Dat werkt als een rottende appel in de fruitschaal. Op een gegeven moment rotten ze allemaal.
  • Vaak is er meer aan de hand. Iemand stinkt meestal niet expres of bewust uit ‘zijn giecheltje’, om even een voorbeeld te noemen van iets waarop je kritiek kunt hebben. Vaak is er meer  aan de hand. In het geval van die collega die zo uit zijn mond ‘stonk’, bleek het te gaan om een ziekte. Zijn maagklep sloot niet goed. Hij kreeg medicijnen om ‘de stank’ tegen te gaan. Maar soms, als we heel hard aan het werk waren met z’n allen, vergat hij ze…Kwestie van even een ‘reminder’ sturen.
Visited 9 times, 1 visit(s) today