Op een informatieavond voor hoogbegaafde kinderen hoorde ik over het boek “bijdehante baby’s en pittige peuters”. Ik was direct geïnteresseerd. Met een dochter van 8 die hoogbegaafd is en een peuter die ook ver voor loopt niet zo gek. Dat het boek eigenlijk geschreven is voor pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijven maakte mij niet zoveel uit, ik wilde dit boek graag eens lezen.
Bijdehande baby’s en pittige peuters
Bijdehante baby’s en pittige peuters: enorme informatiebron
Wat mij direct opvalt bij het openslaan van het boek is dat het een enorme informatiebron is. Naast overzichtelijke hoofdstukken bevat het boek 12 bijlagen. Van signaleringslijsten om de ontwikkeling van de kinderen te monitoren, tot observatielijsten en voorbeelden voor plannen om te werken met deze kinderen tot een overdrachtsformulier voor de basisschool. Echt een heel informatief boek voor iedere pedagogisch medewerker dus.
Theorie van Hoogbegaafdheid en ontwikkelingsvoorsprong
Het eerste deel van het boek “Bijdehante baby’s en pittige peuters”gaat over de theorie van hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Tot 6 jaar spreekt men bij een kind nog van een ontwikkelingsvoorsprong en niet van hoogbegaafdheid. Het theorie gedeelte is opgedeeld in fijne en logische hoofdstukken en alles wordt geïllustreerd door heldere voorbeelden. Ook wordt in het theorie gedeelte uitgelegd hoe de XL signaleringslijst die bij het boek zit tot stand gekomen is.
Stappenplan in het omgaan met een ontwikkelingsvoorsprong
In het praktijk deel van het boek worden 5 stappen omschreven in het omgaan met kinderen met een ontwikkelingsvoosprong.
- Stap 1: intake en signaleren
- Stap 2: informeren
- Stap 3: Een kind een langere periode volgen
- Stap 4: Plan voor het kind
- Stap 5: Portfolio en overdracht naar school
Bij alle stappen wordt uitgebreid uitgelegd hoe dit aan te pakken als pedagogisch medewerker en dit wordt ondersteund door de bijlagen die je kunt gebruiken. Ook worden hier voorbeelden en beschrijvingen gegeven van wat een kind met een ‘gemiddelde’ ontwikkeling zou laten zien en wat je ziet bij een kind met een voorsprong. Vooral die voorbeelden en uitleg zijn voor ouders ook fijn. Voor mij was dit stuk vooral een stuk van herkenning, mijn kind loopt inderdaad erg voor.
Kinderen met een fixed mindset
Een groot probleem bij hoogbegaafde kinderen is de mindset. Deze kinderen hebben nooit ergens hun best voor moeten doen en dus is de kans groot dat ze een fixed mindset hebben. Dit houdt in dat ze denken dat je iets kan of niet kan, ze zien het nut van proberen niet en zullen dingen sneller uit de weg gaan. Ook dit herken ik zeker van onze dochters. Beiden beginnen ergens liever niet aan dan fouten te maken. In het hoofdstuk mindset wordt goed uitgelegd wat een pedagogisch medewerker kan doen om een kind met een fixed mindset te helpen.
Tips hoe om te gaan met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en zijn of haar ouders
De volgende hoofdstukken staan vol tips. Zo wordt er aandacht besteed aan hoe je omgaat met de zijnskenmerken van hoogbegaafde kinderen. Dit zijn kenmerken die bijna alle hoogbegaafde kinderen hebben:
- De lat ligt hoog
- Rechtvaardigheidsgevoel
- Kritische instelling
- Gevoeligheid
Ook beschrijft een hoofdstuk hoe je het kind het beste kan benaderen en hoe je zorgt voor een uitdagende speel- en leeromgeving. Er is een hoofdstuk over thematisch werken met peuters.
Hoe om te gaan met de uitdagingen
Ook de lastigere onderwerpen van kinderen met een voorsprong worden in dit boek behandeld. Het hoofdstuk over uitdagingen voor kinderen met een voorsprong geeft handvatten aan de pedagogisch medewerker, maar ook aan mij als ouder, hoe om te gaan met de moeilijkere dingen. Er is een hoofdstuk over onderpresteren en een hoofdstuk over hoe om te gaan met ouders van het kind met een voorsprong.
Drs. Lilian van der Poel werkt al jaren met hoogbegaafde kinderen. Zij schreef het boek ‘bijdehante baby’s en pittige peuters‘ over het herkennen van een ontwikkelingsvoorsprong bij hoogbegaafde peuters en zelfs baby’s. Lilian heeft ons begeleid bij het vervroegd instromen van onze dochter op de basisschool. Ze heeft haar eigen praktijk in Gouda, XL-leren.
Lisette de Bruijn – LisetteSchrijft.nl
Fantastisch naslagwerk voor iedereen die met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong omgaan
Ook al hoor ik niet tot de doelgroep van het boek, ik ben moeder van 2 slimme kinderen en geen pedagogisch medewerker, ik heb er toch veel aan gehad. Allereerst het stuk herkenning. Het is namelijk een vooroordeel dat alle ouders van slimme kinderen hun eigen kind altijd heel slim vinden. Ik heb zo vaak getwijfeld of mijn kinderen nu echt wel voorliepen in de ontwikkeling. Daarnaast zie ik dit boek echt als een mooi informatief boek voor iedereen die met jonge kinderen werkt. Ik heb al beloofd het te lenen aan de leidsters van de opvang, ik geloof echt dat zij hier heel veel aan kunnen hebben. Ook juffen in de kleuterklas zouden er iets mee kunnen. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is nog zo onbekend en vaak ongezien. Ook door onze ‘doe maar gewoon’ cultuur zal een pedagogisch medewerker niet snel zeggen dat hij ziet dat een kind voorloopt met zijn ontwikkeling. Dit boek geeft die ontzettend veel handvatten om dat juist wel te signaleren, bespreken en er op een goede manier mee om te gaan. Daarnaast legt het boek meerdere keren heel duidelijk uit wat een pedagogisch medewerker kan doen en waarom zij het verschil kunnen maken voor deze kinderen.
Leeslijst voor pedagogisch medewerkers
Ik kan als moeder van, vermoedelijk, 2 hoogbegaafde kinderen alleen maar hopen dat dit boek bij alle pedagogisch medewerkers op de leeslijst komt. Als er vroeg gesignaleerd zou worden en veel meer mensen kennis zouden hebben van dit onderwerp zou dat zoveel problemen voor deze geweldige kinderen op latere leeftijd schelen!
