We hebben ‘m achter de rug. De informatieavond van bevallen in het ziekenhuis. Wéken geleden zette ik het al in de gezamenlijke agenda, want als ik dat niet doe, bestaat de afspraak niet voor mijn vrolijk door het leven stuiterende wederhelft.
Is er ooit goede timing?
De avond had niet slechter kunnen vallen. Ik ben al gesloopt voordat ik nog maar een woord heb gehoord die avond. Het peutermeisje heeft een rotdag omdat ze amper heeft geslapen, ik bedacht zelf dat het een goed idee was om mijn glucosemeting ook vandaag te plannen en was dus al drie keer naar het huisarts geweest en de wederhelft stond aan het eind van zijn werkdag met een kapot werkvoertuig midden op de weg en was dus ontzettend laat thuis. Tel daarbij een enorme 30-wekenzwangerbuik bij op en je snapt, recipe for disaster.
Na het peutermeisje in diepe slaap bij de buuf te hebben ondergebracht (want ja, de hele dag stronteigenwijs zijn kost een bak energie), stappen we in de auto naar het ziekenhuis van onze keuze. We wonen in een gebied dat tussen diverse ziekenhuizen ligt en hoewel dit ziekenhuis niet het meest dichtbij is, is het wel degene waar we ons beiden het prettigst voelen. Terwijl we ik een goed gesprek zitten, mist hij nog bijna de afslag en komen we al lachend aan bij de parkeergarage.
Lekker mensen kijken..
Ik weet wat we in de tweede shift van de informatieavond zitten en terwijl ik in de centrale hal even op een bankje uitpuf voordat we naar boven gaan, komt er een hele lading zwangere vrouwen voorbij op weg naar huis. Dun, dik, met zwangerschapsgloed, zonder zwangerschapsgloed, al waggelend of nog vrolijk doorstappen onderweg naar huis. Ik benijd ze. Ik wil ook naar huis.
Eenzelfde stoet komt me de andere kant op voorbij. Links en rechts hetzelfde gefluister. Blijkbaar mag je zelfs in de centrale hal van een ziekenhuis al niet meer hardop praten. ‘Weet je waar we moeten zijn, schat?’ Blijkbaar is het bij elk stel hetzelfde en heeft de vrouw de aanwezigheid bij deze informatieavond geregeld. ‘Uh, nee, laten we het even vragen’. Ik luister geïnteresseerd mee, zodat ik straks heel gewiekst tegen mijn vent kan zeggen ‘Ja hoor, roltrap op, eerste links, route 31.’ Voor die informatie krijg ik overigens een minuut later een bewonderende blik. Ik klop mezelf even denkbeeldig op de schouder.
Uiteindelijk gaan we als een van de laatsten naar boven. Ik loop zelfverzekerd voorop, ik weet immers de weg. Uit alle toiletten die we op de route tegenkomen komen bolle buiken, want ja, als je een uur moet luisteren staat plassen toch echt bovenaan je to do list. Ook als je niet al 30 weken zwanger bent. Overigens ben ik een bikkel en een waaghals. Ik ga niet plassen en durf zelfs een kop thee te drinken voor aanvang.
De verloskundige vertelt…
Als iedereen een plekje heeft gevonden begint de klinisch verloskundige haar praatje. Ze is inmiddels al 12 jaar werkzaam in dit ziekenhuis. Dat wekt vertrouwen denk ik. Aan de hand van een powerpoint vertelt ze over de verschillende soorten bevallingen en houdingen, kraamkamers en pijnstilling. We zitten giechelend op de achterste rij. Ik heb dit hele circus al een keer meegemaakt, maar voor hem is het de eerste keer, het is dus belangrijk dat ik hem direct het een en ander duidelijk maak. Op een skippybal: nee. Uren onder de douche: ja. Ruggenprik: sowieso zo snel mogelijk en niet meer wachten tot dat de weeënstorm al lang en breed is begonnen. Hij slaat het allemaal mentaal op. Goed bezig jongen!
Aan het eind van het praatje komen er nog wat vragen. Vooral van onzekere aanstaande papa’s. Ik denk terug aan de vorige informatieavond waar ik bij was, zo’n drie jaar geleden. Wat stond ik er toen anders in. Ik slurpte alle informatie op, en probeerde mijn eigen onzekere aanstaande papa ervan te overtuigen dat het wel goed zou komen. Het gaat zoals het gaat, elke bevalling is anders en we gaan ervan uit dat de mensen in het ziekenhuis weten wat ze doen en het beste met ons voor hebben. Zo luidde ook het advies op deze avond. Je zag aanstaande papa opgelucht zuchten, hij kan de schuld dus straks niet krijgen als het niet zoals gepland gaat. Ik kijk de mijnes aan. ‘Jij moet het straks regelen hoor, want ik ben niet meer aanspreekbaar. Maar komt goed, ik schrijf alles wel op’. Als ik het aan hem overlaat weet de hele wereld het al, maar is hij vergeten zijn eigen moeder te bellen. Je kent het wel.
Tot slot lopen we nog een rondje over de kraamafdeling, eigenlijk het stukje dat ik niet verwachtte bij deze avond, maar toch wel heel prettig vind. Even rondkijken waar ik straks in barensnood terecht ga komen. We giechelen om het woord. We giechelen om andere stellen die vragen stellen die voor ons zo logisch zijn. Lekker belangrijk waar je straks je wagen parkeert, en who cares hoe het normale bad eruit ziet in de kraamkamers. Alsof je daar straks ook maar een moment mee bezig bent als je probeert je miniwatermeloen uit te persen.
De beste tip
Met een gerust hart verlaten we het ziekenhuis. Wij weten genoeg, we gaan ons niet gek laten maken. Dat kind komt er hoe dan ook uit, goedschiks of kwaadschiks. Het zal de eerste zijn die ooit is blijven zitten. We lachen nog om de beste tip van de avond: download vast even de app van het ziekenhuis. Daar kun je tv mee kijken, je krantje lezen en absoluut niet onbelangrijk: koffie bestellen. Het kan namelijk een lange zit worden.
Uitgelichte foto “zwangerschap” Door VGstockstudio / Shutterstock