Als je voor het eerst moeder geworden bent, vind je het waarschijnlijk best spannend om je kindje in bad te doen. Zo’n klein wriemelend lijfje in zo’n pietepeuterig badje… Is het water niet te diep? Te ondiep? Te koud? Te warm? Als je dan ook nog eens een baby hebt die bij de eerste spat water al oorverdovend begint te krijsen, ben je helemaal ver van huis. Face the facts: sommige kinderen worden nu eenmaal geboren met watervrees, en niet iedereen groeit daar (tijdig) overheen. Hoe ga je als moeder daarmee om?
Brullende baby: in bad of niet?
Een baby met watervrees doe je uiteraard geen plezier met een dagelijks badje. Ook voor jou als moeder is het niet leuk om je kind zo angstig en overstuur mee te maken. Voelt je baby zich overduidelijk niet prettig in het water en heb je andere oorzaken (te koud/te warm/ruwe washandjes etc.) uitgesloten, doe dan jezelf en je kindje een plezier en beperk je wat vaker tot een ‘kattenwasje’: even boenen met een washandje, en klaar is Clara. Natuurlijk moet er toch af en toe gebadderd worden, maar niet elke dag: een of twee keer in de week is voldoende. Probeer op die momenten rustig te blijven, hoe hard je kindje ook gilt: van een gespannen moeder wordt een baby alleen maar angstiger. Geruststellende woordjes en liedjes zijn een beter alternatief.
Peuters en kleuters: spelen met water
Wanneer je kindje ouder wordt, kan je langzaamaan proberen om het een beetje vertrouwd te maken met het verschijnsel ‘Water’. Let op, moeder: het toverwoord is hierbij ‘langzaamaan’. Begin voorzichtig met het spelen met water; zeepbubbels maken bijvoorbeeld, of bellen blazen. Probeer om steeds een stapje verder te gaan: bellen blazen doe je eerst met de mond, en daarna met de neus. Dan een keertje het ene oor in het water, en vervolgens de andere kant. Gelukt? Dan kan je voorzichtig je spruit uitdagen om het gezicht eens in het water te doen. Maak hier een spelletje van: vraag bijvoorbeeld hoe je je gezicht zou kunnen wassen zonder je handen te gebruiken. Vergeet niet om je spruit te prijzen: “Goedzo! Bijna heel je ogen waren onder water!”
Zwemles?
Bij kinderen met watervrees is het belangrijk om niet te vroeg te beginnen met zwemles. Wacht daarmee tot het kind zes of zeven jaar oud is, en ga eerst zelf een (paar) keer met je spruit naar het zwembad. Het allerbelangrijkste zit ‘m niet in de zwemslagen, maar in het proberen om je telg vertrouwd te krijgen met water. Samen spelen (een bal overgooien, het kindje rond laten drijven op een ‘mat’) helpt om de allerergste angst te overwinnen.
Drijven
Voor kinderen met watervrees is leren ‘drijven’ een van de allergrootste stappen. Begin door zelf aan je kind te laten zien hoe je op het water drijft: “Kijk eens wat mama kan!” Voor moeders met watervrees: drijven doe je door op je rug te gaan liggen en je armen onder je hoofd te houden. Oren in het water! Wanneer je nu niet beweegt, houdt de opwaartse kracht van het water je vanzelf in de goede positie. Gelukt? Probeer dan ook je kindje te laten drijven, maar ondersteun hierbij het hoofdje, zodat het kind geen kans loopt onder water te schieten. Voor een kind met watervrees is onder water raken een afschuwelijke gebeurtenis, die de watervrees alleen maar zal versterken.
Bootje varen
Als je kindje toelaat dat jij het helpt om ruggelings te drijven, kan je een stapje verder gaan en gaan ‘varen’. Dit doe je door je spruit langzaam door het water te trekken. Vergeet niet om ook hierbij je kind uitvoerig te prijzen, want voor een kind met watervrees zijn dit heel grote stappen. Ga niet te ver en push het kind nergens toe: met dingen als “in het water springen” (hoe ondiep ook) kan je beter wachten totdat je spruit wat verder is en minstens een paar meter kan zwemmen. Onthoud dat de grootste angst ‘m vaak zit in ‘water in het gezicht’, ook al zijn het slechts een paar spetters.
Voor thuis
Juist het ‘water in het gezicht’-gedeelte maakt douchen/badderen van kinderen met watervrees vaak een grote opgave. Een klein spatje water in de oogjes is voor deze kinderen al reden genoeg om een keel op te zetten: “Mamaaaaaa! Het PRIKT!” Vertel het kind dat zijn/haar oogjes moeten wennen aan het water en dat het niets ergs is, maar probeer er tegelijkertijd voor te zorgen dat de ‘overlast’ tot een minimum beperkt blijft. Deze moeder had vroeger zelf last van watervrees (en ben er nu nog steeds geen fan van), wat mijn ouders hebben opgelost door mij een washand voor m’n ogen te laten houden bij het douchen. Hierbij is het wel belangrijk dat het kind zijn/haar hoofd achterover houdt, anders krijgt het alsnog water in het gezichtje.
Tot slot
Hoe rot het voor een kind ook mag voelen; gebruik watervrees nooit als excuus om af te zien van zwemles. Voor echt angstige kinderen is zwemles een verschrikking, dat staat buiten kijf, maar wel eentje waar het doorheen moet. Natuurlijk is het zwaar om als moeder toe te zien hoe je kind in paniek is, maar in een waterrijk land als het onze is het hebben van een zwemdiploma een must.